vrijdag 8 mei 2015

Daar wonen we dan...

Bijna een maand geleden schreef ik mijn laatste bericht. Inmiddels woon ik al anderhalve week in onze strowijk in Lent, en sinds gisteravond heb ik internet. Met de buurman onderhoud ik innige contacten, want dat is niet geheel toevallig mijn vriend. 'Samenwonen light' noemen we dat. In Rotterdam zaten er twee verdiepingen tussen, en nu nog maar een -overigens prachtig geleemstuct- kalkzandstenen wandje.

Goh ja, hoe moet ik die maand in een paar alinea's samenvatten? Die ontzettend hectische maand van op en neer pendelen tussen Rotterdam en Lent, klussen, ad hoc oplossingen zoeken voor dingen die misgingen (bestelde verfpot onderweg gebarsten, favoriete laminaat niet op voorraad leverbaar, dat soort dingen die je er eigenlijk niet bij kunt hebben in zo'n periode), een vette allergische reactie op het bouwstof die me mijn longen uit mijn lijf deed hoesten, en tenslotte een boel stampij in de media. Laat ik er gewoon een paar kopjes van maken.

Opgeruimd staat netjes

Ik heb eindelijk ontdekt waar mijn dwangneurotische minimalisme goed voor is. Toen ik begon met dozen inpakken en ontdekte dat ik alleen al voor mijn fotoboeken vijf halve dozen nodig had, moest ik steeds heel hard (met opgeheven armen) roepen: "Spullen!! O, ik heb zoveel spullen!" Met een boel echootjes door de dag heen; tijdens een film, tijdens het eten, in bed, steeds lispelde ik onwillekeurig voor me uit: "zzpullennn...".  Maar al snel bleek dat het allemaal toch wel reuze mee viel met die hoeveelheid spullen van mij. Ze zaten ook in een wip in de verhuiswagen.

Alhoewel ik pas met het schilderen van mijn huis begon toen bijna iedereen al klaar was, haalde ik iedereen ruimschoots in door de dag na mijn verhuizing al volledig ingericht te zijn. Op zondag sleepten we mijn 15 dozen en wat meubels mijn nieuwe huis in en ging mijn broer in de weer met een boor om lampen en gordijnroedes op te hangen. Maandag haalde ik mijn spullen uit de dozen en zette ze in de kasten.

Waarna ik triomfantelijk op de bank ging zitten. Klaar! Twee dagen na mijn verhuizing zag mijn huis er zo uit:








Alleen mijn klerenkast moet nog in elkaar gezet, maar dat ziet toch niemand, en dat ben ik zelf al bijna vergeten na twee weken met een kledingberg leven. Ik heb toch nog geen spiegel, dus het valt me toch niet op hoe verkreukeld ik er al dan niet uit zie.

Ter vergelijking, mijn vriend zit er zo bij:


En dan doet 'ie het heus niet slechter dan de andere mensen. Het betekent wel dat alle buren één voor één langskomen om iets te lenen uit mijn georganiseerde huishouden. Mijn oven, een busje kerrie, plakband, punaises, een schroevendraaier, ik weet het met een gedecideerde greep tevoorschijn te toveren (behalve die punaises dan). Of ze komen een plasje doen op mijn wc, of zich douchen onder mijn douche.

De opening

Op 1 mei was de officiële opening van het complex. Iedereen die bij de bouw betrokken is geweest was ervoor uitgenodigd: woningcorporatie, aannemer, gemeente, provincie en andere professionals, maar ook de vele bouwvrijwilligers die de houtskeletten hebben opgevuld met stro en afgewerkt met leem. Het was een vrolijke, zonnige dag. En ook de dag waarop de buurkinderen ontdekten dat ik kan schminken, dus ik ben meteen al een favoriete buuf.


Circus

Aan de opening ging een waar mediacircus vooraf. Ik doe al heel lang achter de schermen de PR -website, social media, persberichten schrijven- maar had er al die tijd onderuit weten te komen om oog in oog met journalisten te staan. Nu stond mijn telefoonnummer onder de persuitnodiging en was er geen ontsnappen meer aan. Het eerste tv-interview ging nog hakkelend, maar als snel stond ik voor kranten, tv en radio mijn zegje te doen alsof het niets was. Ik kreeg er nog lol in ook.

Vakantiegevoel

Nu is de rust wedergekeerd. Dat wil zeggen: echt rustig is het hier nooit. Terwijl ik op de bank zit te typen hoor ik vanaf meerdere plekken het geluid van boormachines. De buurman is zelf kasten aan het maken. Een andere buur is met de vloer bezig. Ik hoor gepraat en gelach, en gestommel van voeten op de houten galerij. De galerijen functioneren als ontmoetingsplek. Vooral met mooi weer is het heerlijk om over de balustrade te hangen, en loom gade te slaan wat er allemaal gebeurt. 

"Nou, ik ga maar weer eens naar mijn tent," zeggen de overbuurvrouw en ik tegen elkaar om ons campinggevoel te onderstrepen. Ja, het is hier net een vakantieoord. Dat voelt zo nu ik hier vers neergestreken ben vanuit een betonnen bunker in Rotterdam, maar ik kan me heel goed voorstellen dat het gewoon zo blijft. Vakantie in eigen huis.